als de slaap me verlaat ben ik voor één ogenblik nog niet iets maar wel alles in de kiem tot ik uit deze nevelsluier slier en in m'n leven stap als in m'n kleren
de vloed
als ik bang ben voor de vloed niet durf meedeinen op m'n gemoed omarm ik verkrampt de vastheid van m'n gedachten als een paal boven water
liggend
geen workout of kilometerteller voor mij liggend mag ik eindelijk de wereld afreizen ik ben een woudloper op zoek naar sporen van mezelf in de woorden van een ander een woordenwoudloper
tijd
voor alle spelerswissels blessures en verloren tijd door owngoals krijgen jij en ik nu toegevoegde tijd
hoop
wanneer een berg zorgen het uitzicht op hoop verbergt bedenk dan dat wanhoop steeds hoop herbergt
de hoofdweg
het begon met een werk van Klee over Hoofd- en zijwegen gedomicilieerd in m’n hoofd zag ik enkel de hoofdweg en toen ik uit m’n hoofd zakte landde ik op een zijweg maar toen ik uit m’n hoofd zakte landde ik op m’n pootjes viel alles op z’n plaats en jij op mij toen alles op z’n plaats viel hoofd- nabij zijweg en zij- bijna hoofdweg was er enkel die plek binnenin m'n nieuw adres
uitgaansverbod
de zon tekent de eerste lijnen op m'n huid als op een landkaart wat deert me het uitgaansverbod ik ben het gebied
niet verloren
zolang ik elke dag opsta en m’n eyeliner opdoe ben ik niet verloren en loop ik binnen de lijnen
mijn kind
kom hier mijn kind dat ik je koffie en specutroost
aan de kant
als een sneeuwruimer bij dreigend stormweer rigoureus en onverwacht veeg ik alles aan de kant de koplampen uitsluitend gericht op de weg