nog niet iets

als de slaap
me verlaat
ben ik voor
één ogenblik
nog niet iets
maar wel alles
in de kiem
tot ik uit deze
nevelsluier slier
en in m'n leven stap
als in m'n kleren

de vloed

als ik bang ben
voor de vloed
niet durf
meedeinen
op m'n gemoed
omarm ik verkrampt
de vastheid
van m'n gedachten
als een paal boven water

liggend

geen workout
of kilometerteller
voor mij
liggend
mag ik eindelijk
de wereld afreizen
ik ben een woudloper
op zoek naar sporen
van mezelf 
in de woorden 
van een ander
een woordenwoudloper

tijd

voor alle
spelerswissels
blessures en
verloren tijd
door owngoals
krijgen jij en ik
nu toegevoegde tijd

hoop

wanneer
een berg zorgen
het uitzicht op
hoop
verbergt
bedenk dan
dat wanhoop steeds
hoop
herbergt

de hoofdweg

het begon
met een werk van Klee
over Hoofd- en zijwegen

gedomicilieerd
in m’n hoofd
zag ik enkel 
de hoofdweg

en toen ik 
uit m’n hoofd zakte
landde ik 
op een zijweg
 
maar toen ik 
uit m’n hoofd zakte
landde ik
op m’n pootjes
viel alles
op z’n plaats
en jij
op mij

toen alles 
op z’n plaats viel
hoofd- nabij zijweg
en zij- bijna hoofdweg
was er enkel
die plek binnenin
m'n nieuw adres

aan de kant

als een sneeuwruimer
bij dreigend stormweer
rigoureus en onverwacht
veeg ik alles
aan de kant
de koplampen
uitsluitend gericht
op de weg