als ik kon strekte ik me languit als een gazon ik reikte op m'n rug met armen en benen naar de horizon als een mossig net van oost naar west wees niet bang tijdens je koorddans zacht als een grasmat zorg ik ervoor dat ik je vang
overstuur
ik wou dat ik een airbag had telkens ik overstuur raak
vroeger
vroeger was ik wakker nu ben ik moeder
voor even
en dan zitten we hier in het oude strandhuis we drinken bier en eten kibbelingen we hebben vandaag en we dromen van morgen voor even vergeten, al onze kibbeldingen
leed
hoe kan leed stoppen als het ver-duren heet
plooien
terwijl ik alles had glad gestreken bracht het stof dat neerstreek plooien in m'n gedachten
loslaten
je kan het pas loslaten als je het kan vatten
tranen
we regenen pijpenstelen onze kinderen worden nat tranen biggelen over de ramen raken ze nog opgelapt
huidzucht
zonder elkaar raakte ik verslaafd aan de herinnering van voldaan gelaafd aan het zout en de zon in je halskuiltje warm en gelaagd nu het weer kan speur ik vergeefs naar het zilte pad in je tuin ik weet niet meer hoe het moet en doe me laveloos tegoed aan elke vezel van m'n faalmoed
gewoon
kunnen we niet gewoon iemand in nood uitnodigen