geluk is samen een film opnemen en groot op het tv-scherm geschreven en gedrukt mogen lezen dat we geen conflicten hebben
wat niet van haar is
daar gaat ze in de verte en verdwijnt achter het begin van wat niet eindigt ze wuift weg wat niet van haar is verlicht kijkt ze uit naar zonder gemis
niet hier
ik denk dus ik ben niet hier
dan toch
ik begin mezelf te passen
als op mijn vraag
de sneeuw bedekt laag na laag geur en kleur als op mijn vraag dempt ze traag elk geluid zacht neuriënd lokken de vlokken dwarrelend op hun wiegelied en spreiden een bed van watte voor me uit
smal denken
soms schuil ik in kieren en spleten en hoop ik dat smal denken zal helpen tegen grote golven van breed voelen die overspoelen
een beetje stierf
ik dacht de dag dat jij een beetje stierf vergeet ik niet een jaar later rolde ik samen met het koekjesdeeg de dag gewillig voor me uit en zag pas vandaag dat het gisteren was
ze lachte
eer zij kwam passeerden er velen gedwee ik op de bank van rimpels zij jeugdig op haar fiets ze lachte en ik verrast terug ze klaarde niet alleen de mist in m'n blik ze nam zelfs de wolken mee
warm en week
naar het schijnt mag je niet achterwaarts liken je mag niet te ver teruggaan in de tijd nochtans word ik warm en week als ik aan ons terugdenk vroeger in onze zotheid
zout en zoet
vorig jaar reisden we naar het Zuiden fier stapelde je ons hebben en houwen als doosjes gevouwen in de koffer van onze automaat nu zakken we ook af van boven naar beneden toch enkele treden en lepel je schoteltjes voor zout en zoet de kommetjes van ons gemoed netjes in de vaat