het zomert

half twee ’s nachts
languit keuvelen ze
samen apart 
op het dakterras
acht uur
met open vensters
maken we ruzie
over kleinigheden
die steeds groter worden
negen uur
vrijuit
start hij 
zijn zeurende slijpschijf
tien uur
men verwacht 22 graden
het zomert
rond onze voorschoot
van een hof