daar gaat ze in de verte en verdwijnt achter het begin van wat niet eindigt ze wuift weg wat niet van haar is verlicht kijkt ze uit naar zonder gemis
verdekt staande
het is zo'n ochtend waarop ik hoop met elke veeg de bedding van weggetikte uren laag na laag te vullen de donkere rand van m'n kijk op de dingen met wat kleur te verhullen zo hou ik me verdekt staande terwijl ik alleen maar wil gaan liggen
een beetje
ooit stierf ik een beetje sindsdien was ik bang maar toen m'n sterfdag kwam zat ik naast jou in de zon en hoopte dat alles nog maar begon
liefde
onze berichtjes navelstreng van letters
een beetje stierf
ik dacht
de dag
dat jij
een beetje stierf
vergeet ik niet
een jaar later
rolde ik
samen met het koekjesdeeg
de dag
gewillig
voor me uit
en zag pas vandaag
dat het gisteren was
ik dans
de lichten gedoofd
de muziek luid
zweet parelt
op m'n huid
ik dans
en paradeer
het publiek stuwt me
over en weer
ik schreeuw vanbinnen
Say my name
wat een fame
mijn optreden
met Florence
en haar machine
is net echt
naast m'n aanrecht
dan zal ik misschien
ik draai je
in m'n mond
om en om
en denk
aan het verleden
toen ik heb gemeden
je uit te spreken
zoals een oester
haar parel koestert
draai ik je
in m'n mond
om en om
en denk
aan morgen
dan zal ik misschien
en zo blijf jij
in m'n stilte
verborgen
liefste zoetemien
warm en week
naar het schijnt
mag je niet
achterwaarts liken
je mag niet te ver
teruggaan in de tijd
nochtans word ik
warm en week
als ik aan ons terugdenk
vroeger in onze zotheid
zout en zoet
vorig jaar reisden we
naar het Zuiden
fier stapelde je
ons hebben en houwen
als doosjes gevouwen
in de koffer
van onze automaat
nu zakken we ook af
van boven naar beneden
toch enkele treden
en lepel je schoteltjes
voor zout en zoet
de kommetjes
van ons gemoed
netjes in de vaat
toch
als ik verweesd
achterblijf
voel ik me verlaten
toch wiegt ze me
in haar wilgenarmen
troost ze me fluisterend
met haar bladerdak
kust ze m'n blik
met haar plassen
als gevallen tranen
bemoedert ze me en
voel ik me gedragen
tot ik weer kan aarden