de bank

vroeger
was je elke dag op weg
naar de stad van de Bank
vastberaden en beslist
vandaag
ben je zo vaak je kan op weg
naar de plek van je bank
aarzelend en zacht
zij was het
die dit geschenk voor je bedacht
de bank staat alleen
midden in de velden
en nodigt uit
om onderweg in rust
mekaar te verkennen
de plek
heb je speciaal uitgezocht
je gaf haar je naam
het einde van jouw tocht
op weg ernaartoe
hou je halt
bij wie je bent geweest
en wat het leven je bracht
kleine zorgen
en vaak ook feest
en dan zie je haar zitten
zij die niet alleen nu
toegewijd op je wacht
bewonderend zeg je
het leven gaf haar kracht
stap voor stap
beweeg je je dichter
naar haar toe want
de weg gaat verder

lankmoedig

de natuur
is lankmoedig
vol geduld en gewillig
om mij te laten leven
lang en moedig
nadat ik geen leven meer kan geven
opdat ik jou
over het leven
zou vertellen

soesje

tijd
moet ik nemen
om m’n zinnen
van alledag
helder
te formuleren
en als het niet lukt
me uit te drukken
zoals slagroom
uit een spuitzak
in een soesje
licht en luchtig
dan mijn snedige toon
temmen
die jou
de mond snoert
uit woede
me niet begrepen 
te voelen 
voor eeuwig en al-
 tijd

vandaag

samen op de dijk
arm in arm
je hebt witte haren
maar nog steeds een stevige tred
de zee
kalme getuige
heeft tijd
weids en uitgestrekt
wij hebben vandaag
en de tijd 
die ons rest