ik lijk een berg wanneer ik cassante dingen zeg scherp en hard maak ik brokken maar onzichtbaar zijn de schokken doordat alles raakt aan een gevoelige laag als aan lava in een vulkaan
voor hem
er zijn lichte en zware kussen zware kussen dragen alles wat je niet zeggen kan voor hem kocht ik een kaart met vele kussen op ze ligt al weken loodzwaar op de bodem van m'n tas
tot ik je zie
ik wacht je op terwijl je er al bent na al die tijd voel je nabij en toch onbekend tot ik je zie warm ik me aan m'n koffie
van geluk
ik wist niet dat ik dat kon maar als jouw hartje springt van geluk doet het mijne de hinkstapsprong
zoete lade
wij vechten nooit in de zoete lade jij krijgt de noten ik de chocolade
klein
om jou te ontmoeten in je krimpende wereld maak ik me zo klein dat ik door het kattenluikje pas
on hold
voor jou zet ik alles on hold zodat ik je kan houden als je valt
voorgoed
zijn wij het huis waar ik voorgoed in kan wonen
praten
feitelijk is praten niets dan luchtverplaatsing en soms is zelfs lucht te dik
al wat ons lief is
breng hier die wijn na een tocht door de woestijn dan spoelen we het zand tussen onze kiezen en proberen te vergeten dat we al wat ons lief is kunnen verliezen