als je troost mist word je mistroostig
tot rust
kom, lig maar bovenop mij als een zeester wijzend naar alle windstreken dan kom ik helemaal tot rust en hoef ik geen verzwaringsdeken
toren
met een achtergelaten strandschepje in de hand bouw ik jou met woorden als dat ik van je hou een toren zonder zand
huidzucht
zonder elkaar raakte ik verslaafd aan de herinnering van voldaan gelaafd aan het zout en de zon in je halskuiltje warm en gelaagd nu het weer kan speur ik vergeefs naar het zilte pad in je tuin ik weet niet meer hoe het moet en doe me laveloos tegoed aan elke vezel van m'n faalmoed
afwezig
sorry dat ik zo lang afwezig was ik had de winter
in haar verhaal
twee vlechtjes in het haar een lange rok en een jongen zonder paard ik ben een prinses kroont ze zichzelf in haar verhaal slaat de klok nooit twaalf
naar buiten zonder
meestal ga ik naar buiten zonder maar vandaag had ik het aan als een oude vergeten trui mijn lichaam met wolligheid verleidt het in geuren en kleuren misleidt het met verve verhullend leidt het af mijn zachte buitenwacht
geen boot
geen boot of vaarbrevet nodig ik schipper alle dagen
voelend zien
hoe vind je diepgang op plat papier geen tunnels of grondig graven hier enkel wanneer je als een mol voelend ziet maakt het niet uit boven- of ondergronds kent hij niet
als de deur dichtgaat
wat blijft er van ons na ons als de deur dichtgaat een nu zonder straks en zonder jou herbegin ik de dag aan de Isis waar een leven niet van tel is en het eender is of je opstaat