roes

voor het eerst
werd het zomerheet
met Pasen
jij zat me achterna
met een beker water
we schaterden
en bleven maar rennen
in onze roes die
enkel kon duren
omdat jij niet wou bekennen
dat het al lang op was

loof of daken

de terrassen
van m’n vriendinnen
Ibiza langs de Leie
of een vleugje New York
hoog in Brussel
met zicht op 
loof of daken
bankirai getuigen
van geraakt worden 
en raken

als ik jou zie

ik weet niet hoe
met één hand klappen
klinkt
maar ik weet
dat als ik jou zie
mijn hart zingt

naar buiten zonder

meestal ga ik naar buiten
zonder
maar vandaag had ik het aan
als een oude vergeten trui
mijn lichaam

met wolligheid verleidt het
in geuren en kleuren
misleidt het
met verve verhullend
leidt het af
mijn zachte buitenwacht

als aan lava

ik lijk een berg
wanneer ik
cassante dingen zeg
scherp en hard
maak ik brokken
maar onzichtbaar
zijn de schokken
doordat alles raakt
aan een gevoelige laag
als aan lava
in een vulkaan

een beetje

ooit stierf ik
een beetje
sindsdien
was ik bang
maar toen
m'n sterfdag kwam
zat ik naast jou
in de zon
en hoopte
dat alles
nog maar begon

warm en week

naar het schijnt
mag je niet
achterwaarts liken
je mag niet te ver
teruggaan in de tijd
nochtans word ik
warm en week
als ik aan ons terugdenk
vroeger in onze zotheid

kartonnen doos

fragiel
als een frangipane
rondborstig
als een boule
licht
als een éclair
hoekig
als een carré confiture
passen wij vier
al jaren
in onze kartonnen doos

nog even

als een mes
snijdt afscheid
ons samenzijn
doormidden
en scheidt
samen
af van
alleen
om de pijn
te verzachten
houden we mekaar
nog even vast
maar hoe moet dat
als zelfs dat
niet meer mag