kunnen we niet gewoon iemand in nood uitnodigen
als ik jou zie
ik weet niet hoe met één hand klappen klinkt maar ik weet dat als ik jou zie mijn hart zingt
naar buiten zonder
meestal ga ik naar buiten zonder maar vandaag had ik het aan als een oude vergeten trui mijn lichaam met wolligheid verleidt het in geuren en kleuren misleidt het met verve verhullend leidt het af mijn zachte buitenwacht
als aan lava
ik lijk een berg wanneer ik cassante dingen zeg scherp en hard maak ik brokken maar onzichtbaar zijn de schokken doordat alles raakt aan een gevoelige laag als aan lava in een vulkaan
een beetje
ooit stierf ik een beetje sindsdien was ik bang maar toen m'n sterfdag kwam zat ik naast jou in de zon en hoopte dat alles nog maar begon
warm en week
naar het schijnt mag je niet achterwaarts liken je mag niet te ver teruggaan in de tijd nochtans word ik warm en week als ik aan ons terugdenk vroeger in onze zotheid
kartonnen doos
fragiel als een frangipane rondborstig als een boule licht als een éclair hoekig als een carré confiture passen wij vier al jaren in onze kartonnen doos
nog even
als een mes snijdt afscheid ons samenzijn doormidden en scheidt samen af van alleen om de pijn te verzachten houden we mekaar nog even vast maar hoe moet dat als zelfs dat niet meer mag
omarmd
als jij me begrijpt voelen mijn gedachten zich omarmd
met me mee
kom, loop met me mee meander door m’n gedachten zoals de luie Leie langs haar bochten glijdt kom, loop met me mee luister naar m’n woorden zoals een stamelende stilte luchtige witruimtes laat kom, loop met me mee ik wil jou in mijn melopee