gedicht

wanneer licht
aan de waarnemingshorizon
wordt onttrokken

aan de zwaartekracht
niet meer ontsnapt

het zwarte gat
blijvend verlicht
gedicht

wat was

gisteren
dacht ik
aan morgen
ooit zal er

morgen
zal ik denken
aan gisteren
nooit was er

vandaag 
vouw ik
wat was
in laagjes 
in de kast
en plooi me
zonder gemis
naar wat is

naar buiten zonder

meestal ga ik naar buiten
zonder
maar vandaag had ik het aan
als een oude vergeten trui
mijn lichaam

met wolligheid verleidt het
in geuren en kleuren
misleidt het
met verve verhullend
leidt het af
mijn zachte buitenwacht

goed en wel

dat het
pijpenstelen giet
deert me niet
daar waar ik ben
is alles goed en wel
niemand hoeft
iets te veranderen
ik ben aan het woordwandelen

nietszeggend

na elke vraag van jou
neemt mijn antwoord
me in stilte
op sleeptouw
en verdwijn ik
nietszeggend
op wereldreis
naar een ver oord