vroeger was je elke dag op weg naar de stad van de Bank vastberaden en beslist vandaag ben je zo vaak je kan op weg naar de plek van je bank aarzelend en zacht zij was het die dit geschenk voor je bedacht de bank staat alleen midden in de velden en nodigt uit om onderweg in rust mekaar te verkennen de plek heb je speciaal uitgezocht je gaf haar je naam het einde van jouw tocht op weg ernaartoe hou je halt bij wie je bent geweest en wat het leven je bracht kleine zorgen en vaak ook feest en dan zie je haar zitten zij die niet alleen nu toegewijd op je wacht bewonderend zeg je het leven gaf haar kracht stap voor stap beweeg je je dichter naar haar toe want de weg gaat verder
goedbedoeld
de kleine woordjes schuifelen moeizaam over en weer tussen jou en mij over het harige tapijt struikelen over de knopen tot aan de rafelige franjes waar ze goedbedoeld blijven hangen
geaard
therapoëzie? zou je dat wel doen vraagt hij willen mensen wel iets dat ook maar in de buurt komt van therapie? noem het dan beter terrapoëzie dan is het tenminste geaard
duizend mensen
ik ben wie tegen je schreeuwt zonder geluid wie met je zingt ook al ben je er niet meer op de vlucht is als in een film ik ben duizend mensen ik ben wie jou wegjaagt zonder woorden wie je zoekt in een hotel met teveel kamers ergens verwacht wordt en toch blijft zitten ik ben duizend mensen ik ben wie jou in de ogen kijkt zonder schaamte wie een deur opent naar nergens en overal zich naast je neervlijt ik ben duizend mensen in m’n dromen
lankmoedig
de natuur is lankmoedig vol geduld en gewillig om mij te laten leven lang en moedig nadat ik geen leven meer kan geven opdat ik jou over het leven zou vertellen
kintsugi
kintsugi Japans voor goudpoeder op de barsten de brokken van het verhaal glansrijk verbonden alle delen van het geheel geen mens volledig zonder kindsugi
overgang
tussen het einde van het vorige en het begin van de rest vernis ik ijverig de overloop overgang waar voor even enkel ik over mag scheiding in matglans tussen vóór en na spieren in een kramp m’n gedachten de vrije loop
de kern
muze met een beetje goeie wil de kern van a-muse-ment
opzij opzij opzij
ik heb tijd zeg je maar wat als ik er plots niet meer ben als m’n woorden verdwijnen door Alzheimer of afasie of als de planeet Melancholia die vervaarlijk aan de horizon rijst met de aarde botst opzij opzij opzij maak plaats maak plaats maak plaats ik heb een ongelooflijke haast
Koningin Maria Hendrikaplein
als mieren friemelen we over het Koningin Maria Hendrikaplein snijden elkaar de pas af kijken op noch om bedrijvig door elkaar gericht op een hoger doel voeden we elk een grote gedachte ieder z’n koningin