tot mijn scha
duw ik mezelf
al te vaak
in de schaduw
al het donkere
ik wou dat alles
wat ik zag
als een negatief
van een foto was
dan was
al het donkere licht
vallen
nooit gedacht
maar mijn liefde
heeft ballen
ze laat je
nooit vallen
in de gespreide armen
van de zwaartekracht
roes
voor het eerst werd het zomerheet met Pasen jij zat me achterna met een beker water we schaterden en bleven maar rennen in onze roes die enkel kon duren omdat jij niet wou bekennen dat het al lang op was
voortgejaagd
waarom vergeet ik wie ik ben niet de schelp door de stroming tollend onderweg niet het blad door de wind voortgejaagd over het pad maar de zee ondanks eb en vloed en de boom geworteld in elk seizoen
in de wolken
wat zoek ik op die bergtop met een dutje in m'n zetel ben ik al lang in de wolken
me-time
als niemand kijkt laat ik alles hangen de gordijnen mijn borsten mijn wangen
gedicht
wanneer licht aan de waarnemingshorizon wordt onttrokken aan de zwaartekracht niet meer ontsnapt het zwarte gat blijvend verlicht gedicht
voor hem
er zijn lichte en zware kussen zware kussen dragen alles wat je niet zeggen kan voor hem kocht ik een kaart met vele kussen op ze ligt al weken loodzwaar op de bodem van m'n tas
onwennig en schuw
wanneer ik dagen in huis heb gesleten de trap op en neer mijn woon-werk verkeer mezelf dan uiteindelijk onwennig en schuw die drempel over duw blijf ik in het deurgat staan en zie mezelf aarzelend gaan een acteur zonder script knipperend tegen zonlicht