ijl

als jij me aankijkt
wordt m'n hoofd ijl
als de luchtbel
in een waterpaslibel
die aan ademnood lijdt
en langzaam
uit haar midden wegglijdt

vallen

nooit gedacht
maar mijn liefde
heeft ballen
ze laat je
nooit vallen
in de gespreide armen
van de zwaartekracht

roes

voor het eerst
werd het zomerheet
met Pasen
jij zat me achterna
met een beker water
we schaterden
en bleven maar rennen
in onze roes die
enkel kon duren
omdat jij niet wou bekennen
dat het al lang op was

voortgejaagd

waarom

vergeet ik
wie ik ben

niet de schelp
door de stroming
tollend onderweg

niet het blad
door de wind
voortgejaagd
over het pad

maar de zee
ondanks eb en vloed
en de boom
geworteld
in elk seizoen

gedicht

wanneer licht
aan de waarnemingshorizon
wordt onttrokken

aan de zwaartekracht
niet meer ontsnapt

het zwarte gat
blijvend verlicht
gedicht

voor hem

er zijn lichte
en zware kussen
zware kussen
dragen alles
wat je niet zeggen kan
voor hem 
kocht ik een kaart
met vele kussen op
ze ligt al weken
loodzwaar
op de bodem van m'n tas