wacht

terwijl ik wacht
tot het
weer bijtrekt
oefen ik
de bijtrekpas

twee cent

het zijn tulpen
in een vaas
die ik benijd
hooguit twee cent
aan hun voeten
houdt hen overeind

wees niet bang

als ik kon
strekte ik me languit
als een gazon
ik reikte op m'n rug
met armen en benen
naar de horizon
als een mossig net
van oost naar west
wees niet bang
tijdens je koorddans
zacht
als een grasmat
zorg ik ervoor
dat ik je vang

plooien

terwijl ik alles
had glad gestreken
bracht het stof
dat neerstreek
plooien in m'n gedachten

tranen

we regenen
pijpenstelen
onze kinderen
worden nat
tranen biggelen
over de ramen
raken ze nog
opgelapt